De Westfaalse Dasbrak is een mooi hondenras uit Westfalen (Duitsland). In dit artikel lees je alles over dit prachtige hondenras, van karakter tot uiterlijk, van geschiedenis tot gebruiksmogelijkheden.
Andere benamingen Westfaalse Dasbrak
De Westfaalse Dasbrak staat ook bekend onder de volgende namen:
Westfälische Dachsbracke
Satlerlander Dachsbracke
Geschiedenis
De Westfaalse Dasbrak is een hondenras dat in Westfalen, Duitsland is ontstaan. Het is een hondenras dat gefokt werd voor het werk als jachthond en is een kruising tussen de Duitse Brak en de Dashond. Al eeuwenlang wordt de Westfaalse Dasbrak gefokt. Eerst alleen om zijn kwaliteiten, maar de laatste (grofweg) honderd tot honderdvijftig jaar wordt er steeds meer waarde gehecht aan het uiterlijk van dit ras. Fokkers streefden naar een uniform uiterlijk, maar onder voorwaarde dat de belangrijkste karaktertrekken en gebruiksmogelijkheden gewaarborgd bleven. De inzet die deze fokkers getoond hebben, is nu terug te zien in de hedendaagse Westfälische Dachsbracke.
Het ras werd vooral ingezet voor de jacht op vossen, hazen en het wilde zwijn. Door het kleine lichaam, de verworven snelheid, graafbekwaamheid en het reactievermogen, is de Westfaalse Dasbrak hier uitermate geschikt voor. Ondanks zijn bijzondere kwaliteiten komt het ras vooral voor in Duitsland, het land van oorsprong. Buiten Duitsland is het een zeer zeldzaam ras. Naar schatting leven er maar zes- tot zevenhonderd Westfaalse Dasbrakken buiten Duitsland.
Uiterlijke kenmerken Westfaalse Dasbrak
De Westfaalse Dasbrak is een klein hondenras, met een schofthoogte van 30 tot 38 centimeter en een gewicht van plusminus 15 kilogram.
De hond heeft een brede borst en stevige benen.
De vachtkleur is rood tot geel. Er moet altijd een zwartkleurige zadel of een mantel aanwezig zijn op zijn rug en witte aftekeningen op onder andere borst en voorvoeten. Tweekleurige Dasbrakken worden volgens de rasstandaard niet goedgekeurd.
Het reukvermogen van de Westfaalse Dasbrak is zeer goed te noemen. Ze zijn goed in staat (geur)sporen te volgen tot in het hol en kunnen op een behendige manier het hol binnendringen. Bovendien zijn het lenige dieren.
De kop is vrij smal en lang, de neusrug moet licht gebogen zijn. Er is een lichte achterhoofdsknobbel en stop aanwezig. Lippen moeten droog zijn.
De oren zijn groot en breed en horen langs het hoofd te hangen. Het gebit moet een schaar- of tanggebit zijn.
Het lichaam van de Westfaalse Dasbrak is krachtig, langgerekt met een middelmatig lange rug. De lendenen zijn goed ontwikkeld en de borstkas is lang en diep. Buiklijn is licht opgetrokken.
De tenen zijn goed gesloten.
Hals is middellang, droog en krachtig. Ook is de hals goed gespierd.
De vacht is grof en dicht aanliggend. De ogen hebben een mooie amandelvorm en zijn donker van kleur en moeten een vriendelijke uitdrukking hebben. De staart is matig hoog aangezet en is bij de aanzet dik; naar de punt loopt hij taps toe.
Karakter
Westfaalse Dasbrakken zijn typische jachthonden en hebben dan ook een degelijke en consequente opvoeding nodig. Ze hebben een koppig en vechtlustig karakter en beschikken over een groot uithoudings- en doorzettingsvermogen. De Westfaalse Dasbrak is aanhankelijk, gehoorzaam en staat bekend als een goed gezelschapsdier. Ze zijn schrander, dapper en hebben een gelijkmatig temperament. Vrolijk, levendig, veel zelfvertrouwen, moedig, iets eigenzinnig, zelfstandig en mensenvriend zijn een aantal woorden die het karakter van de Westfaalse Dasbrak prima omschrijven.
Ze zijn erg graag bij zijn baas en de gezinsleden. Als er iets gebeurt, zijn zij er als de kippen bij; ze willen altijd vooraan staan. Naast het feit dat ze graag bij mensen zijn, zijn ze prima in staat om met soortgenoten en kinderen om te gaan. Visite wordt altijd vriendelijk en vrolijk begroet. De blaf is goed hoorbaar, alhoewel ze deze vaak alleen gebruiken tijdens de jacht. In het gezin - als hij niet aan het werk is - kan hem prima aangeleerd worden om niet te blaffen. Bezoek wordt vaak wel aangekondigd met een paar korte blafjes.
Gebruiksmogelijkheden
De Westfaalse Dasbrak is een typische jachthond. De bekwaamheid om te graven heeft hij van zijn voorouder, de Dashond, geërfd. De snelheid en het reactievermogen waar de Westfaalse Dasbrak zo om bekend staat, heeft hij gekregen dankzij de Duitse Brak. Ondanks dat ze een klein lichaam hebben, beschikken zij over zeer veel energie. Ze hebben dus behoefte aan veel lichaamsbeweging en ruimte. Een huis met een (grote) tuin is gewenst.
Van origine wordt de Westfaalse Dasbrak gehouden als jachthond. Echter, als gezinshond, huishond en gezelschapshond begint hij ook steeds meer terrein te winnen binnen Duitsland. Het is een langzame drijfhond die zijn werk met veel passie uitvoert; ze leven er echt voor.
Overige informatie Westfaalse Dasbrak
Westfaalse Dasbrakken zijn nauw verwant aan de Duitse Brak en de Dashond (foto), maar ook lijken ze veel op de Drever.
De FCI rekent dit ras onder in rasgroep 6: Lopende honden en zweethonden; sectie: lopende honden; subsectie: kleine lopende honden.